Politieagenten vonden in de middag van 30 mei 2024 het levenloze lichaam van een vrouw in een greppel in het bos in Hellevoetsluis. Uit forensisch onderzoek blijkt dat de vrouw om het leven is gekomen als gevolg van vijf steekletsels, aldus de rechtbank. De 22-jarige verdachte gaf zich kort na het dodelijk incident aan bij de politie en verklaarde in de rechtbank dat hij het slachtoffer willekeurig heeft uitgekozen op die dag.
Uit onderzoek van de politie blijkt dat er daadwerkelijk geen verband is tussen de verdachte en het slachtoffer. Tijdens eerdere zittingen werd duidelijk dat de verdachte met een bivakmuts en plastic handschoenen richting het park ging en tegen de vrouw aansprong om haar hierna meerdere malen te steken. Wraak- en dodingsfantasieën werden volgens gedragsdeskundigen vastgesteld bij de verdachte waar hij lijdt aan psychische stoornissen en zelfdestructieve fantasieën. Hierdoor werd al in de eis tbs met dwangverpleging geadviseerd en is dit overgenomen in de veroordeling.
De verdachte meldde zich ruim twee uur later bij een agent die de plaats delict bij het bos op dat moment beheert en vertelde zich te willen aangeven. In de rechtbank kwam het oordeel naar buiten dat de verdachte planmatig heeft gehandeld en anders dan de verdediging had betoogd, gaat het niet om handelingen die zijn uitgevoerd in een zeer korte tijdspanne.
‘De verdachte heeft een aantal keer de gelegenheid gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad om iemand pijn te doen. Dat de verdachte het niet specifiek op het onderhavige slachtoffer had gemunt, doet hieraan niets af. Dit maakt dat sprake is van voorbedachte raad’, meldt de rechtbank.
Daarnaast wordt de maatregel van artikel 38z uit het Wetboek van Strafrecht opgelegd door de rechtbank. Toezicht blijft hierdoor mogelijk als de verdachte zijn straf heeft uitgezeten en de behandeling in het kader van de tbs-maatregel verantwoorde terugkeer in de samenleving mogelijk heeft gemaakt. Bij het bepalen van de celstraf is volgens de rechtbank rekening gehouden met de leeftijd van de verdachte en dat hij verminderd toerekeningsvatbaar was toen hij het delict pleegde.
‘Dat de celstraf lager uitvalt dan de eis van de officier van justitie, wordt hoofdzakelijk ingegeven doordat rekening wordt gehouden met de tbs-maatregel. Door de verdachte de maatregel pas in een zeer laat stadium te laten ondergaan, wordt het te behalen doel daarmee bemoeilijkt. Dat doel is de bescherming van de maatschappij.
Door het slachtoffer van het leven te beroven, heeft de verdachte onherstelbaar leed veroorzaakt bij haar naasten. De impact van de willekeurige en gewelddadige dood is groot, getuige de tijdens de zitting afgelegde slachtofferverklaringen. Dat de moord is gepleegd op klaarlichte dag in een drukbezocht bos, draagt bij aan gevoelens van angst en onveiligheid, in het bijzonder ook bij vrouwen’, valt te lezen in het rechtbankverslag.