Bram Voncken (48) woont met zijn vrouw en twee dochters in Zwartewaal. Oorspronkelijk komt hij uit Zuid-Limburg, maar via zijn studie in Utrecht en werk in Rotterdam vond hij zijn plek op Voorne-Putten. Al dertien jaar werkt hij bij het Havenbedrijf Rotterdam als gebiedsmanager voor de Waal-Eemhaven en de Zeehaven in Dordrecht. ‘De haven is het kloppend hart van deze regio’, vertelt hij. ‘Zoveel mensen hier hebben een link met de haven: dat voel je in alles.’
Van dorpsraad naar gemeenteraad
Zijn politieke betrokkenheid begon dicht bij huis. Eerst bij de dorpsraad in Zwartewaal, later als raadslid na de fusie tot de gemeente Voorne aan Zee. ‘Ik vond het belangrijk om niet alleen te volgen wat er gebeurde, maar ook zelf bij te dragen’, zegt Bram. ‘In de dorpsraad kwamen kwesties voorbij waar ik me echt verantwoordelijk voor voelde. En toen ik de Brielse politiek volgde, dacht ik eerlijk gezegd: dit kan beter. Met de fusie kwam er een grotere, professionelere gemeente: dat vroeg ook om raadsleden die zich verdiepen in de inhoud. Toen heb ik de handschoen opgepakt.’
Kennis van de praktijk
Met de portefeuille Ruimte zit Bram dicht bij zijn eigen vakgebied. Zijn achtergrond helpt hem om complexe dossiers te doorgronden. ‘Ik weet wat er speelt, zowel in de haven als in de dorpen. Dat helpt bij het maken van weloverwogen besluiten. Uiteindelijk gaat het niet om wat ík vind, maar om wat goed is voor de gemeente en haar inwoners.’ Die houding typeert zijn manier van politiek bedrijven: zakelijk, inhoudelijk en met oog voor nuance. ‘Soms komen insprekers met veel emotie, en die begrijp ik heel goed. Als raadslid luister je daar naar, maar heb je ook met de striktheid van de wet te maken. Dat levert soms spanning op om de juiste beslissing te nemen. Het is belangrijk om zuiver te blijven redeneren, maar ook respect te tonen. Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn om elkaar te begrijpen. ‘Agree to disagree’: dat vind ik een mooi principe.’
De uitdaging van wonen
Het grootste vraagstuk voor de komende jaren? Zonder twijfel de woningnood, zegt Bram. ‘Iedereen is het erover eens dat er woningen bij moeten komen, maar wáár en voor wie, dat is ingewikkeld. Jongeren, ouderen, statushouders, arbeidsmigranten: allemaal hebben ze behoefte aan woonruimte. En ondertussen lopen we tegen regels aan, van stikstof tot provinciale plannen. We moeten creatiever durven zijn. Maar dat kost tijd, en dat is lastig uit te leggen aan inwoners die vooral denken: waarom gebeurt er niks?’