Het idee ontstond in 2017, toen André en Peter zich realiseerden hoezeer hun geboortegrond veranderd was. ‘Spijkenisse was ooit een dorp van 2.500 inwoners. Nu telt de gemeente Nissewaard er bijna 88.000’, vertelt André. ‘Die groei komt grotendeels door de industrie. Maar dat verhaal wordt amper verteld.’ Spijkenisse werd twee keer aangewezen als groeikern en ontwikkelde zich razendsnel. Het Industrieel Belevingsmuseum wil die unieke geschiedenis vastleggen én doorgeven aan jong en oud, bewoners en bezoekers. ‘De industrie heeft de regio gevormd. Zonder de fabrieken waren de mensen er niet, maar andersom net zo goed’, benadrukt André. ‘We willen dat mensen zich bewust worden van hun geschiedenis en daar trots op zijn.’
Van droom naar werkelijkheid
Inmiddels bestaat het team uit ruim tien mensen. Dan, sinds 2023 betrokken, heeft structuur gebracht in het idee. ‘We hebben gewerkt aan een duidelijke missie, visie en kernwaarden, zoals verbinding. Ons doel is niet alleen informeren, maar echt iets laten beleven.’ Het museum focust zich in eerste instantie op de periode van 1945 tot nu: de wederopbouw, de opkomst van de industrie en de impact daarvan op de lokale samenleving. ‘Waarom is de wijk Schiekamp er gekomen? Waarom kwam er een technische school? Die verbanden willen we zichtbaar maken’, aldus de projectleider.
Het Industrieel Belevingsmuseum moet geen ‘stoffig’ museum worden, maar een plek vol interactie. ‘Denk aan virtual reality en persoonlijke verhalen. Beleving is de sleutel’, zegt André. ‘De opa die vertelt over zijn werk in de fabriek, het kleinkind dat leert over de industrie van de toekomst.’ Het team wil niet alleen terugkijken, maar ook vooruit: wat betekent industrie vandaag? Welke rol speelt duurzaamheid? En hoe kan het museum bijdragen aan het verbinden van generaties, het tegengaan van eenzaamheid, en het enthousiasmeren van jongeren voor techniek?