Onder het motto ‘Lustere en kikke’ zijn de afgelopen jaren tientallen video’s, foto’s, opnames en teksten verzameld waarin eilandbewoners hun verhalen in dialect vertellen. ‘We begonnen met niks’, zegt initiatiefnemer Arjan Tevel bescheiden. ‘Eerst alleen geluidsopnames, later kwamen daar foto’s bij, en toen ontdekten we dat video’s nog veel meer tot de verbeelding spreken.’ Samen met Cora van der Linden, eveneens actief binnen het erfgoedplatform Nissewaard, vormde hij de drijvende kracht achter het dialectproject dat uitgroeide tot een volwaardige digitale schatkamer.
Het dialectproject vond zijn oorsprong in een kleinschalige traditie binnen Museum MAK. Tijdens het jaarlijkse evenement Gluren bij de Buren verzorgden Leen en Marijke Kok en Nel van den Tol al jarenlang voordrachten in het Spiekernissers dialect. ‘Op een dag zei ik tegen Leen: neem dat nou eens op, anders is het straks weg’, vertelt mede-initiatiefnemer Cora van der Linden. ‘Hij bleek zijn teksten te bewaren, en toen zeiden Arjen en ik tegen elkaar: hier moeten we meer mee doen.’
Dialect vastleggen
Wat begon als een lokaal initiatief in Spijkenisse, groeide uit tot een eilandbrede zoektocht. ‘We zijn naar mensen toegegaan, van Zuidland tot Oostvoorne. Je kunt niet zomaar iemand bellen en zeggen: ‘Spreek eens in dialect’. Dat vraagt vertrouwen’, aldus Cora. ‘Maar als mensen begrijpen dat het gaat om bewaren voor het nageslacht of als zij graag hun verhaal willen delen, zijn ze bereid om mee te werken.’ Dat de tijd dringt, beseffen ze allebei goed. ‘De generatie die het dialect van nature nog spreekt, is al ouder. Over tien jaar zijn veel van hen er niet meer’, zegt Arjan. ‘En dat betekent dat we nu de allerlaatste kans hebben om het gesproken dialect vast te leggen.’
Toch is het project meer dan alleen archiveren. Eilanddialect is ook een educatief platform. ‘We werken samen met educatiemedewerkers om lesmateriaal te ontwikkelen dat aansluit bij vakken als Nederlands en geschiedenis’, vertelt Arjan. ‘Door dialect naast straattaal te zetten, betrek je jongeren op een eigentijdse manier bij hun erfgoed.’
Al zo’n 90 video’s
De eerste stap was voorzichtig. ‘We hebben toen eerst TestdialectVP opgezet als een soort proeftuin’, vertelt Arjan. ‘We hadden geen ervaring met video, audio of montage, dus we wilden klein beginnen.’ Vanaf dat moment ging het snel. Er werd software aangeschaft, montagevaardigheden eigen gemaakt en via-via contact gezocht met eilandbewoners. Inmiddels is de nieuwe website gelanceerd. Deze website is geen stoffige verzameling geluidsbestanden. Bezoekers vinden er inmiddels zo’n 90 video’s, vaak met historisch relevante achtergrondbeelden. ‘Van een mandenmaker tot een 100-jarige verteller uit Geervliet, ieder verhaal is anders. En soms worden er termen gebruikt waarvan je denkt: waar gáát dit over?’, lacht Cora. Wat het dialect van Voorne-Putten bijzonder maakt, is de variatie per dorp. ‘Tussen Spijkenisse en Zuidland kunnen klanken al enorm verschillen’, vertelt Arjan. ‘Er is geen ‘echte’ standaard. Iedereen spreekt het een beetje anders. En dat mag ook.’
Die losse, toegankelijke aanpak is misschien wel het geheim achter het succes van Eilanddialect. De site is laagdrempelig en bedoeld voor iedereen: van taalliefhebbers tot families in Canada die dankzij een gedeelde video ineens weer de klanken van vroeger horen. ‘We kregen bericht van een vrouw uit Zuidland, haar broer die inmiddels al jaren in Spanje woont vond het ontzettend leuk toen hij het dialect weer hoorde. Dat zijn de momenten waarop je weet waarom je dit doet.’