Het onderzoek moet een beter beeld geven van de visstand en waterkwaliteit van het Oostvoornse Meer. Overdag worden metingen uitgevoerd in de ondiepe delen van het meer, terwijl onderzoekers in de avond en nacht actief zijn in de diepere gedeelten. De vissen verspreiden zich dan beter door het water, wat zorgt voor nauwkeurigere resultaten.
Om de veiligheid van zowel onderzoekers als recreanten te waarborgen, vraagt het waterschap om tijdens de onderzoeksnachten af te zien van nachtelijke activiteiten op het water. Waarschuwingsborden zullen ter plaatse worden geplaatst met dit advies.
Alle gevangen vissen – zowel met netten als met elektrovisserij – worden geteld, gemeten en direct levend teruggezet. Dit onderzoek maakt deel uit van een groter meerjarig visstandonderzoek dat in 2025 en 2026 wordt uitgevoerd binnen het hele werkgebied van Waterschap Hollandse Delta.
Resultaten van 2020
Bij het vorige onderzoek in 2020 werden in het Oostvoornse Meer dertien vissoorten aangetroffen, waaronder haring, aal en driedoornige stekelbaars. De totale visstand werd toen geschat op 10 kilo per hectare en ruim 2.700 vissen per hectare. Met een ecologische score van 0,54 behaalde het meer destijds de status van ‘goed ecologisch potentieel’.
Het visstandonderzoek wordt uitgevoerd in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Deze verplicht waterschappen om elke zes jaar de visstand te meten en zo te beoordelen hoe het staat met de ecologische kwaliteit van het water. Daarmee levert het onderzoek niet alleen informatie op voor het beheer van het Oostvoornse Meer, maar ook voor een gezond en veilig watersysteem voor planten, dieren én inwoners.