Hospice de Waterlelie is een kleinschalige, huiselijke plek waar mensen in hun laatste levensfase - vaak met een levensverwachting van minder dan drie maanden - terecht kunnen voor zorg en rust. Er zijn acht kamers, professionele zorg van wijkverpleging en huisartsen, maar het hart van de organisatie wordt gevormd door de ruim negentig vrijwilligers.
Eén van hen is Agnes. ‘Ik ben hier ooit begonnen via een collega’, vertelt ze. ‘Ik werkte toen in de uitvaartbranche en had thuis ook altijd de zorg voor mijn ouders op me genomen. Toen er vrijwilligers gezocht werden voor het nieuwe hospice, dacht ik: dat is wat voor mij.’
Afwisselend
Negentien jaar later is Agnes nog altijd elke week te vinden in het hospice. ‘Een dienst duurt vier uur. Je draait altijd samen met een andere vrijwilliger. We starten met een overdracht en dan kijken we wat de dag brengt. De ene keer ben je druk met wassen, aankleden, koffie zetten, of helpen met eten. De andere keer heb je de tijd om even echt te zitten met iemand. Het werk is afwisselend, maar nooit voorspelbaar.’
Nieuw gebouw
Sinds begin dit jaar zit De Waterlelie in een nieuw gebouw, met meer kamers en een eigen keuken. ‘Het is even wennen geweest’, geeft Agnes toe. ‘Je kent de weg nog niet goed, en er zijn ineens meer bewoners. Maar inmiddels hebben we allemaal onze draai gevonden. En het is prachtig om te zien hoeveel mensen zich inzetten: we doen niet alleen de zorg, maar ook huishoudelijke klusjes, de was… alles, behalve de medische handelingen.’
De rol van een vrijwilliger gaat verder dan alleen praktische hulp. ‘Soms wil een bewoner gewoon even iemand bij zich hebben. Of een familielid wil praten. Dat gaat vanzelf. Je bent er gewoon. Het zit ’m in kleine dingen. Een meneer zei ooit huilend tegen ons: ‘In het ziekenhuis hadden ze geen tijd voor me, maar jullie zijn allemaal zo lief.’ Dan weet je waarom je dit doet.’
Een knop omzetten
Toch is het werk niet altijd licht. ‘Je moet het kunnen loslaten’, zegt Agnes. ‘Natuurlijk heb ik ook wel eens gehuild. Dat mag ook. Maar je leert een knop om te zetten. Want wat je doet, is zoveel waard. Je mag er zijn op een heel kwetsbaar moment in iemands leven. En dat geeft zoveel voldoening. Je gaat naar huis met het gevoel: dit heb ik goed gedaan.’
Volgens Agnes heerst er nog veel onbegrip over hospices. ‘Mensen denken vaak dat het alleen maar verdrietig is. Maar dat is niet zo. We lachen hier ook veel. Er is ruimte voor gezelligheid, voor familie, voor samen zijn. Het is een plek van liefde en zorg.’
Voor wie twijfelt over vrijwilligerswerk in een hospice, heeft ze een helder advies: ‘Probeer het gewoon een keer. Je zult zien dat het je meer brengt dan je denkt. Het is werk vanuit je hart. En ik? Ik ga nog wel even door. Die 25 jaar wil ik volmaken.’